17 april 1987, babylijkje meisje, Beek
Nieuwsblad van het Noorden, 18 april 1987: "Babylijkje in hotelkamer"
Van onze redactie binnenland. BEEK — De rijkspolitie dienst luchtvaart stelt een onderzoek in naar aanleiding, van de vondst, gisteren, van het lijkje van een pasgeboren baby in een hotelkamer op het vliegveld Zuid-Limburg. Personeel van het hotel trof het lijkje aan tussen de matras en de spijlen van het bed. Kort voor de vondst van het lijkje verbleven twee vrouwen in de hotelkamer. De rijkspolitie wilde gisteravond geen nadere mededelingen doen over deze zaak. Onbekend is wie de vrouwen zijn en of zij zijn aangehouden. Onduidelijk is ook of de baby is gewurgd of dat die een natuurlijke dood is gestorven.
De Telegraaf, 18 april 1987: "Babylijkje in motel bij Beek gevonden"
Van een onzer verslaggevers. BEEK, zaterdag. Schoonmakers van een motel, gevestigd op het vliegveld Beek (L), hebben gisteren een babylijkje gevonden. Het lijkje, een meisje, was gewikkeld in een doorbloed stuk hotellaken. De vinders dachten aanvankelijk dat het een prop bloed was. De navelstreng zat om het halsje gewikkeld. Het is vermoedelijk een voldragen vrucht. De schoonmakers waarschuwden direct de rijkspolitie dienst luchtvaart. Vandaag zal sectie worden verricht. „De vraag is of de baby dood is geboren, of het nog even heeft geleefd en na de geboorte is gestikt, of dat het is gewurgd", aldus Rick Hirs van de rijkspolitie. Uit een eerste onderzoek is komen vast te staan, dat de motelkamer in Beek verhuurd is geweest aan twee vrouwen.
De Telegraaf, 21 april 1987: "Moeder en dochter (17) aangehouden na vondst babylijkje in motel"
Van een onzer verslaggevers. AMSTERDAM, dinsdag. Op verzoek van de rijkspolitie Dienst Luchtvaart zijn zaterdagochtend de 39-jarige vrouw J.W.R. uit Union City (Verenigde Staten) en haar 17-jarige dochter S.A.R. aangehouden in een hotel in Amsterdam. Zij waren de laatste bezoekers die in een kamer van het motel op het vliegveld Beek (Limburg) hadden gelogeerd, waar vrijdag het lijkje van een baby werd gevonden. Het bleek uit het onderzoek dat de dochter de moeder was. Schoonmakers van het motel vonden vrijdag een met bloed doordrenkte lap, waarin een babylijkje was verpakt. Het was verstopt onder de matras van een bed. De navelstreng zat om de hals gekneld. Direct werd een onderzoek ingesteld naar de laatste gasten die de nacht in deze kamer hadden doorgebracht.
In de war
Het waren de twee Amerikaanse vrouwen, die op 10 april in ons land waren gearriveerd voor een familiebezoek. De dochter was zwanger, maar had dat voor haar moeder weten te verbergen. In het motel in Beek baarde zij in de nacht van donderdag op vrijdag een meisje. De scholiere raakte zo geestelijk in de war dat ze haar moeder niet durfde te waarschuwen. Ook liet zij geen dokter komen. De rijkspolitie heeft sectie laten verrichten. Daaruit is komen vast te staan dat de baby tijdens de bevalling heeft geleefd, maar dat de navelstreng zich rond de hals wikkelde. Volgens de politie zijn moeder en dochter naar huis gezonden, omdat van enig misdrijf niets is gebleken. De moeder raakte, toen zij van de bevalling van haar dochter hoorde, totaal overstuur.
Nieuwsblad van het Noorden, 21 april 1987: "Babylijkje afkomstig van Amerikaanse"
Van onze redactie binnenland. BEEK — Het babylijkje dat vrijdag in een hotelkamer op het vliegveld Zuid-Limburg in Beek door hotelpersoneel werd aangetroffen, is ter wereld gebracht door de 17-jarige Amerikaanse S.A.R. uit Unioncity in de staat California. Zij was 10 april samen met haar moeder J.W.R. (39), eveneens uit Unioncity, naar Nederland gekomen voor familiebezoek. Uit onderzoek door de Dienst Luchtvaart van het korps Rijkspolitie is gebleken, dat de moeder niet wist dat haar dochter in verwachting was. De baby, een meisje, is volgens de woordvoerder van de dienst zeer snel geboren. De moeder wist daar niks van. Sectie op het lijkje heeft uitgewezen dat het kind tijdens de baring is overleden door omstrengeling van de navelstreng. Volgens de woordvoerder van de dienst is de geestestoestand van de dochter zeer verward.
Leeuwarder Courant, 21 april 1987: "Amerikaans meisje (17) blijkt babylijkje in hotel verstopt te hebben"
BEEK (ANP) — Het babylijkje dat vrijdag in een hotelkamer op het vliegveld Zuid-Limburg in Beek door hotelpersoneel werd aangetroffen, is ter wereld gebracht door de 17-jarige Amerikaans meisje uit Unioncity in de staat California. Zij was 10 april samen met haar moeder (39), eveneens uit Unioncity, naar Nederland gekomen voor familiebezoek. Uit onderzoek door de dienst is gebleken dat de moeder niet wist dat haar dochter in verwachting was. De baby, een meisje, is volgens de woordvoerder van de dienst zeer snel geboren. Sectie op het lijkje heeft uitgewezen dat het kind tijdens de baring nog leefde, maar tijdens het verdere baringsverloop is overleden door omstrengeling van de navelstreng.
Limburgsch Dagblad, 21 april 1987: "Dode baby was van jeugdige Amerikaanse"
Van onze redactie binnenland. BEEK — Het babylijkje dat vrijdag in een hotelkamer op het vliegveld Zuid-Limburg in Beek door hotelpersoneel werd aangetroffen, is ter wereld gebracht door de 17-jarige Amerikaanse S.A.R. uit Unioncity in de staat California. Zij was 10 april samen met haar moeder J.W.R. (39), eveneens uit Unioncity, naar Nederland gekomen voor familiebezoek. De dienst luchtvaart van de rijkspolitie heeft dat zaterdag meegedeeld. Uit onderzoek door de dienst is gebleken, dat de moeder niet wist dat haar dochter in verwachting was. De baby, een meisje, is volgens de woordvoerder van de dienst zeer snel geboren. De moeder wist daar niks van. Sectie op het lijkje heeft uitgewezen dat het kind tijdens de baring nog leefde, maar tijdens het verdere baringsverloop is overleden door omstrengeling van de navelstreng.Volgens de woordvoerder van de dienst is de geestestoestand van de dochter zeer verward. Van een strafbaar feit is, aldus de politie, geen sprake. Na overleg met de officier van justitie zijn moeder en dochter, die vrijdagavond tegen middernacht in een Amsterdams motel waren aangehouden, vrijgelaten.