11 december 1971, vondeling Stephanie, Wassenaar
Limburgsch Dagblad, 14 december 1971: "Baby te vondeling gelegd in garage"
WASSENAAR, 14 dec. — In de garage van de woning van de familie Boreel in Wassenaar is zaterdagavond een baby van vier maanden te vondeling gelegd. Tussen de kleertjes was een in het Engels gesteld getypt briefje gestoken waarop stond: „Ik weet dat u al een kind geadopteerd hebt en ik weet dat mijn dochter bij u gelukkig zal zijn. Zij is geboren op 1 augustus en heeft de eerste vaccinatie al gehad."
Naar de Wassenaarse commissaris van politie gistermiddag op een persconferentie meedeelde, is er geen spoor van degene die het kind te vondeling heeft gelegd. De baby is kerngezond. De heer Boreel (40) vond het kind zaterdag, toen hij bij zijn thuiskomst de auto in de garage wilde zetten, in een hoek van de garage in dekens gewikkeld. Het was goed gekleed en weldoorvoed. Het babytje moet in de garage gelegd zijn, terwijl mevrouw Boreel (35) thuis was. De deur van de garage was zoals gewoonlijk niet afgesloten.
In overleg met de Haagse officier van justitie mr J. Lulofs blijft het kind voorlopig bij de familie, die inderdaad al een aangenomen dochtertje van drie jaar had. De familie is dolgelukkig met het kind en zou het graag willen houden. Het echtpaar Boreel wil een tweede kind adopteren en had zich daarvoor al laten inschrijven. Als het vondelingetje bij de familie blijft, zal het Stephanie genoemd worden. De Wassenaarse politie heeft een telex aan de politiekorpsen in den lande gezonden om te trachten de moeder van de baby op te sporen.
[fotobijschrift] Dit is het vier maanden oude meisje, dat zaterdagavond in Wassenaar te vondeling werd gelegd in de garage van de familie Boreel. Het kindje — dat Stephanie zal gaan heten als het bij de Boreels mag blijven — heeft bruinig haar en bruine ogen en was gekleed in een slobbroek met blauwe slotjes. Het droeg een wit truitje en een gebreid wit mutsje.
[fotobijschrift] Het platform in de garage, waarop het kindje was neergelegd. De heer Boreel vond de baby gewikkeld in de dekens, die over de balustrade hangen.
Leeuwarder courant, 14 december 1971: "Vader vond huilende baby in bundeltje dekens in garage - Maggy Boreel kreeg onverwacht een zusje"
DEN HAAG — Toen jonkheer L. G. Boreel (40) zaterdagavond om half zeven in de naast zijn woning aan de Eykenhorstlaan te Wassenaar gelegen garage uit zijn auto stapte, hoorde hij het huilen van een kind. Boven aan het trapje, dat uit de garage naar het woonhuis voert, zag hij een bundeltje liggen waaruit het gehuil opsteeg. De heer Boreel waarschuwde zijn vrouw. Samen wikkelden ze uit de dekens, die over het beschot in de garage plegen te hangen, een baby.
Het kind was vergezeld van een aan 'mrs. Boreel' gericht briefje van de volgende Engelse inhoud: „I know you already adopted a child and I am sure my daughter will be happy with you. She was bom on August the first and was given her first vaccination". (Ik weet dat u al eens een kind adopteerde en ik ben er zeker van dat mijn dochter bij u gelukkig zal zijn. Zij werd op 1 augustus geboren en is voor de eerste maal gevaccineerd). De heer en mevrouw Boreel hebben inderdaad drie jaar geleden een meisje geadopteerd dat de naam Maggy kreeg. Zij waren thans bezig een tweede kind te adopteren.
De eerste reactie van de heer Boreel was, de advocaat te bellen die hem in deze adoptiezaken bijstaat. Die ried hem aan terstond de politie op de hoogte te stellen. Commissaris G. J. Boven van de Wassenaarse politie, die de familie Boreel kent van een inbraak, die vijf jaar geleden in hun pand aan de Eykenhorstlaan werd gepleegd, was snel ter plaatse. Hij stelde zich in verbinding met de officier van justitie te Den Haag, mr. Lulofs. In overleg met deze magistraat is besloten het kind bij de familie Boreel — waarvoor het, blijkens het briefje, kennelijk was bestemd — te laten.
In de loop van de zaterdag en de zondag hebben medische specialisten zich met het onderzoek van het kind beziggehouden en vastgesteld dat het een kerngezonde jongedame is. Het kind was goed gekleed in waarschijnlijk zelfgemaakte kleertjes (gehaakt en gebreid). Het had een hemdje aan met een Frans handelsmerk, maar dat maakte de politie niet veel wijzer, aangezien er duizenden van dergelijke hemdjes in omloop zijn.
De familie Boreel was, na de eerste verbazing, meer dan aangenaam verrast met dit kind. Mevrouw Boreel, die de persconferentie van de Wassenaarse politie op verzoek van commissaris Boven met haar echtgenoot bijwoonde („de familie krijgt dan geen geloop van krantemensen aan huis") vertelde dat zij graag een tweede kind wilde hebben na het eerste, dat drie jaar geleden in het gezin opgenomen werd. Zij was verrukt over het gevonden kind, maar houdt uiteraard tevens rekening met de consequenties van het politieonderzoek en met de beslissingen van de Raad voor de Kinderbescherming, die uiteraard eveneens over de kleine vondeling werd geïnformeerd.
De kleine Maggy had het 'zusje' terstond geaccepteerd, wat bleek uit het afstaan van speelgoed ten behoeve van de kleine vondelinge. Het kind is voorlopig Stephanie genoemd. „Ik heb altijd een kind willen hebben dat de naam Stephanie zou dragen", aldus mevrouw Boreel.
Mevrouw Boreel, die 35 jaar is, was met Maggy en een neefje zaterdagmiddag thuis. Zij heeft niets bemerkt van mensen die het garagepad opgekomen zouden zijn. Buren constateerden dat omstreeks half zes een auto, die niet in de laan thuishoorde, met brandende lichten voor het huis van de familie Boreel stilgestaan heeft.
[fotobijschrift] Dit is het meisje dat zaterdagavond in Wassenaar te vondeling is gelegd in de garage van de familie Boreel. Het kind heeft bruinig haar en bruine ogen en was gekleed in een slobbroek met blauwe slofjes, een wit truitje en het droeg een gebreid wit mutsje.
De Tijd, 14 december 1971: "Geschenk uit de hemel - Vondeling welkom in wassenaar"
WASSENAAR. 14 dec. — „Een geschenk uit de hemel". Zo noemt mevrouw Boreel het ruim vier maanden oude meisje dat haar man zaterdagavond in de garage aantrof nadat het daar te vondeling was gelegd. Het onderzoek dat de politie naar de herkomst van het kind heeft ingesteld heeft nog niets opgeleverd. In afwachting van nadere beslissingen van de officier van justitie en de raad van kinderbescherming, die moeten beslissen wat er met de vondeling moet gebeuren, verblijft het bij de heer en mevrouw Boreel. Het echtpaar heeft geen eigen kinderen. Drie jaar geleden heeft het een meisje geadopteerd. Ze willen de baby heel graag houden.
Toen Jonkheer L. G. Boreel (45) zaterdagavond om half zeven zijn naast het huis gelegen garage kwam binnenrijden zag hij op een opstapje een kind liggen. Het was gekleed en er was een oud dekentje, dat gebruikt wordt voor de hond, over haar heengelegd. Nadat hij zijn vrouw had gewaarschuwd en het echtpaar het kind naar binnen had genomen belden zij de advocaat die ook had bemiddeld bij het adopteren van de nu driejarige Maggie. Deze zei de politie te waarschuwen. In overleg met de officier van justitie werd besloten voorlopig het kind bij de familie Boreel te laten. Op het kind werd een getypte brief gevonden, geadresseerd aan de/heer Boreel. Er stonden twee zinnen op in het Engels waarin gezegd werd: „Ik weet dat u al een kind hebt geadopteerd en ik weet zeker dat mijn dochter, gelukkig bij u zal zijn. Zij werd op de eerste augustus geboren en heeft haar eerste vaccinatie gehad."
De politie heeft gisteren ter wille van het onderzoek foto's van het meisje, dat ook volgens de dokter ongeveer vier maanden is, aan de publiciteitsmedia, beschikbaar gesteld. De heer en mevrouw Boreel hebben gisteravond in het politiebureau journalisten te woord gestaan. Het echtpaar werd1 aangekondigd als het echtpaar B. Het wilde aanvankelijk anoniem blijven maar toen duidelijk werd dat dit toch niet mogelijk was had mevrouw Boreel er geen bezwaar tegen zich bekend te maken. Gezegd werd dat de pers op het politiebureau werd te woord gestaan om geloop aan de deur te vermijden.
Mevrouw Boreel, die altijd hoop heeft gehad nog eens een kind te kunnen adopteren, hoopt van harte het te houden. Het heeft nog geen naam. „Maar ik heb altijd een Stephanie willen hebben", aldus mevrouw Boreel. „Het is misschien wel erg dat het gebeurd is maar als het dan toch zo is, is het wel fijn dat het bij ons is gelegd." Uit het feit dat het kind is gevaccineerd mag misschien worden afgeleid dat het in het bevolkingsregister is opgenomen, waardoor het automatisch in aanmerking komt voor de inentingen. Het kan echter ook op eigen initiatief zijn gebeurd. Wanneer een onderzoek de komende dagen niets uitwijst wil de Wassenaarse politie de bevolkingsregisters in heel Nederland controleren op geboorten rond 1 augustus. Er worden per dag in Nederland ongeveer vijfhonderd meisjes geboren, zodat dat onderzoek geruime tijd zal vergen. Inmiddels is de politie in het land op de hoogte gesteld. Ook acht men het niet uitgesloten dat de publikatie van de foto in de kranten opheldering zal verschaffen.
De Telegraaf, 14 december 1971: "Vondeling ,geschenk uit de hemel’"
Van onze Haagse redactie. WASSENAAR, dinsdag. „Ik weet, dat u al een kind hebt geadopteerd en ik ben ervan overtuigd dat mijn dochter gelukkig bij u zal worden. Zij werd op 1 augustus geboren en heeft haar eerste vaccinatie gehad".
Dit anonieme briefje zat tussen de kleertjes van een vier maanden oud meisje, dat in de garage van de familie L. G. Boreel in de Wassenaarse Eikenhorstlaan, te vondeling werd gelegd. Het kindje, waarvan de ouders spoorloos zijn, zal vermoedelijk door de heer en mevr. Boreel (40 en 35 jaar) mogen worden geadopteerd. Hun eerste kind, Maggie (3) kregen zij in 1969 toegewezen. Sindsdien hebben zij een eindeloze procedure lopen om een tweede kind te mogen adopteren. De reactie van mevr. Boreel over het verlate „Sint Nicolaaspresentje" is dan ook: „Het is een geschenk uit de hemel".
De baby werd gevonden door de heer Boreel. Hij zegt: „Ik kwam thuis van mijn werk en wilde met de auto de garage binnenrijden. Normaal staan de deuren open, maar dat was nu niet het geval. Toen ik uit de auto stapte hoorde ik een kindje huilen. In de hoek van de garage, op de bovenste trede van het trapje naar de woning, lag het, gewikkeld in de deken van onze hond. Ik schrok zo, dat ik het liet liggen en naar binnen rende om mijn vrouw te waarschuwen. Zij kon het bijna niet geloven. Zij had het niet gemerkt, dat er die middag iemand bij onze garage was geweest. Enkele getuigen hadden voor het huis een auto gezien die langzaam reed. Verder is daar niets over bekend".
Volgens mevr. Boreel was het kind goed gekleed en gevoed. „Het was erg warm ingepakt in een zelf gebreid pakje en een trui. Het had absoluut geen honger en viel onmiddellijk in slaap, toen ik het een schone luier had gegeven. Het Is een prachtig kind met bruin haar en grote bruine ogen. Wij zijn er stapelgek op.
Ik hoop dat het, wanneer de ouders niet worden gevonden, bij ons mag blijven. Wij hebben al zo lang gevraagd om een tweede kind. De officier van justitie en de Raad voor de Kinderbescherming hebben erin toegestemd dat het voorlopig bij ons blijft, ik noem haar Stephanie, zo héb ik altijd mijn tweede kind willen noemen".
[fotobijschrift] De vier maanden oude, donkerogige „Stephanie".
[fotobijschrift] Het trapje naar het woonhuis waarop het vondelingetje gewikkeld In een hondedeken door de bewoner, de heer Boreel, werd gevonden.
Nieuwsblad van het Noorden, 14 december 1971: "Baby bij Haagse familie te vondeling gelegd - Moeder: 'Ik weet dat mijn dochter bij u gelukkig zal zijn'"
(Van een onzer correspondente) Toen jhr. L. G. Boreel zaterdagavond om half zeven in de garage naast zijn woning aan de Eykenhorstlaan in Wassenaar uit zijn auto stapte, hoorde hij baby. Boven aan het trapje dat uit de garage naar het woonhuis voert zag hij een bundeltje liggen waaruit het gekrijs opsteeg. De heer Boreel, niet vertrouwd met zulke zaken waarschuwde zijn vrouw. Samen wikkelden ze uit de dekens, die over het beschot in de garage plegen te hangen, een kind.
Het kind was vergezeld van een in het Engels gesteld getypt briefje waarop stond: "Ik weet dat u al een kind werd en dat mijn dochter bij u gelukkig zal zijn. Zij is geboren op 1 augustus en heeft de eerste vaccinatie al gehad."
De heer en mevrouw Boreel hebben inderdaad drie jaar geleden een meisje geadopteerd dat de naam Maggy kreeg. Zij waren nu bezig een tweede kind te adopteren. Onmiddellijk werd de politie op de hoogte gebracht. In overleg met de officier van justitie in Den Haag mr. Lulofs is besloten het kind bij de familie Boreel te laten.
In de loop van zaterdag en zondag hebben medische specialisten het kind onderzocht. Het bleek kerngezond te zijn. Het meisje was goed gekleed in waarschijnlijk zelfgemaakte Meertjes (gehaakt en gebreid). Het had een hemdje aan met een Frans handelsmerk wat de politie echter niet veel wijzer maakt. De kleine Maggy heeft zusje terstond geaccepteerd. De pleegouders noemden het voorlopig Stephanie.
Nederlands Dagblad, 15 december 1971: "Te vondeling in garage gelegd"
WASSENAAR — In de garage van de woning van de familie Boreel in Wassenaar is een baby van vier maanden te vondeling gelegd. Tussen de kleertjes was een in het Engels gesteld getypt briefje gestoken waarop stond: ik weet dat u al een kind geadopteerd heeft en weet dat mijn dochter bij u gelukkig zal zijn. Zij is geboren op 1 augustus en heeft de eerste vaccinatie al gehad. Naar de Wassenaarse commissaris van politie op een persconferentie meedeelde, is er geen spoor van degene die het kind te vondeling heeft gelegd. De baby is kerngezond.
Het Vrije Volk, 16 december 1971: "Moeder van weglegbaby is nog zoek"
WASSENAAR (ANP) — De Wassenaarse politie heeft nog geen idee wie afgelopen zaterdagavond]een vier maanden oude baby te vondeling heeft gelegd in de garage van de familie Boreel in Wassenaar. De publikatie van de foto van het meisje, noch de kranteverhalen hebben ook maar één reactie opgeleverd. Als het zo blijft wil de politie Interpol inschakelen.
De Tijd, 17 december 1971: "Legaliseren te vondeling leggen weer actueel - Stefanie blijft vrijwel zeker"
Van onze verslaggever DEN HAAG, 17 dec. — Het staat vrijwel vast dat het echtpaar Boreel uit Wassenaar, in wiens garage een baby te vondeling is gelegd, het kind mag houden. Hiermee zou de grootste wens van het echtpaar, dat zelf geen kinderen heeft en drie jaar geleden een meisje adopteerde, in vervulling gaan. „Een geschenk uit de hemel" noemde mevrouw Boreel de vondeling. Men was al van plan een buitenlands kind te adopteren. Vandaar dat mevrouw Boreel direct een naam klaar had voor het ruim vier maanden oude meisje: Stephanie. Het komt niet dikwijls voor dat mensen die een kind vinden het zelf willen of mogen opvoeden, aldus mevrouw mr. A. Storm, afdelingshoofd van de Raad voor de Kinderbescherming in Den Haag. „Maar in dit geval is er alles voor het kind te laten waar het gevonden is".
Zelfs wanneer de politie de moeder zou vinden van het te vondeling gelegde kind dan zou dit vermoedelijk weinig aan de situatie veranderen. Aangenomen mag worden dat de moeder het kind per se wil afstaan. Dat zou mogelijk blijven ook wanneer de politie haar op het spoor. komt. Het is in dat geval geenszins zeker dat de officier van justitie tot vervolging overgaat. Weliswaar wordt het te vondeling leggen strafbaar gesteld in het wetboek van strafrecht (art. 256: „Hij die een kind beneden de leeftijd van zeven jaar te vondeling legt of, met het oogmerk om zich ervan verlaat, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en, zes maanden") maar in de praktijk wordt zo'n zaak, gezien de achtergronden van zo'n handelwijze, waarbij vrijwel altijd in wanhoop of paniek wordt gehandeld dikwijls geseponeerd. De te verwachten adoptie van het kind door het echtpaar Boreel zou eigenlijk alleen maar doorkruist kunnen worden wanneer uit het politieonderzoek zou blijken dat het kind tegen de wil van de moeder is te vondeling gelegd of dat zij het onder grote druk heeft gedaan. Dit zou gebeurd kunnen zijn op aandrang van de vader of van de ouders, die erg tegen een mogelijk ongehuwd moederschap van hun dochter zouden zijn. De Raad voor de Kinderbescherming houdt rekening met deze mogelijkheid, al lijkt zij niet waarschijnlijk.
Wanneer het onderzoek, dat straks ook via Interpol internationaal zal worden opgezet in verband met de in het Engels gestelde brief die bij het kind werd gevonden, niets oplevert, zal het kind op last van de officier van justitie een voorlopige naam krijgen en ingeschreven worden in het bevolkingsregister in Wassenaar. De Raad voor de Kinderbescherming moet dan voorzien in de voogdij, waarbij de verzorging vrijwel zeker in handen komt van het echtpaar Boreel in afwachting van de twee jaar dat de adoptieprocedure kan beginnen. Mevrouw Storm zegt dat de vinders van een kind in heel veel gevallen niet de eerst aangewezenen worden bevonden het kind te houden, zo ze dat al willen. Veelal is men beducht voor de emotionele gevoelens die bij de vinders zijn opgeroepen. In die toestand kunnen beslissingen worden genomen die minder goed tegen de tijd bestand kunnen blijken. Ook bestaat veelal het gevaar, aldus mevrouw Storm, dat zo'n kind, wanneer het in dezelfde omgeving blijft, altijd wordt nagewezen als „die vondeling". In het geval van het echtpaar Boreel ligt de zaak echter anders, zo vindt men. Het wil het kind dolgraag houden, er is eerder al contact geweest met de raad voor de Kinderbescherming bij de adoptie van het eerste kind, waardoor men weet dat de ouders geschikt zijn bevonden om kinderen te adopteren, er werden al pogingen aangewend een tweede kind te adopteren en dan is er nog de wens van de moeder zoals die tot uitdrukking kwam in de brief. Hieruit bleek duidelijk dat zij haar kind bij de familie Boreel wilde hebben en dat zij zeker wist dat het daar gelukkig zou worden. Ook bij adoptie wordt rekening gehouden met de wens van de moeder bij de plaatsing van het kind. „Alles wijst er op dat de heer en mevrouw Boreel het kind een plezierige jeugd en een goede opvoeding kunnen geven", aldus mevrouw Storm.
Het gevaar dat ook in Wassenaar het kind bekend zal blijven als vondeling is niet denkbeeldig. Maar het is gewoonte de laatste jaren adoptiekinderen en kinderen in andere bijzondere omstandigheden eerlijk te antwoorden op vragen naar hun herkomst. Omdat kleine kinderen meestal op vragen meestal niet meer vragen dan zij kunnen bevatten is dit een geleidelijk proces van bewustwording. Daarmee wordt de schokkende ervaring voorkomen dat zij eerst op veel latere leeftijd, en dan meestal van buitenaf, op onverhoedse wijze met het feit worden geconfronteerd dat hun ouders niet de "echte" zijn. Door de vondeling in Wassenaar is de stelling weer actueel geworden die dr. J. A. Nota, lector aan de juridische faculteit van de rijksuniversiteit in Leiden, rechter-plaatsvervanger in de rechtbank in Den Haag en lid van de Raad voor de Kinderbescherming in Den Haag, heeft toegevoegd aan zijn proefschrift over adoptie, waarop hij in '69 is gepromoveerd. Die stelling luidde: Een onderzoek is wenselijk naar de vraag of legalisering van het te vondeling leggen, zoals in Frankrijk bestaat, de kindermoord zou kunnen doen afnemen. Het is op zijn instigatie geweest dat het tweede-kamerlid dr. Th. van Schaik (KVP) dit bij de jongste begrotingsbehandeling van justitie minister van Agt heeft voorgelegd. Deze heeft er positief op gereageerd en een nadere studie toegezegd. Dr. Nota is van oordeel dat op de eerste plaats de strafbaarstelling van het te vondeling leggen moet worden afgeschaft. Daarnaast zouden er mogelijkheden kunnen worden geschapen dat kinderen met inachtneming van volledige anonimiteit van de moeder door ziekenhuizen of andere instellingen worden opgenomen. Er zou dan drie maanden moeten worden gewacht voor er verdere stappen worden ondernomen om de moeder de gelegenheid te geven eventueel op haar beslissing terug te komen. Daarna zouden definitief nieuwe ouders voor het kind moeten worden gezocht. Dr. Nota gelooft op grond van kranteberichten dat het in Nederland zeker wel enkele tientallen keren per jaar voorkomt dat een kind in een soort wanhoopsdaad door de moeder wordt gedood omdat zij geen uitweg ziet. Wanneer de mogelijkheid ruim bekend zou zijn om zo'n kind zonder verdere gevolgen voor haar zelf af te gegeven zou dit aantal volgens hem kunnen dalen, evenals het aantal gevallen van het achterlaten van een kind op een ongunstige plaats.
Een aantal kerken en kloosters was in vroeger eeuwen, tot de vorige eeuw toe, op deze situatie ingesteld. In het portaal bevond zich een soort schaal die draaibaar was. Het kind kon daarin worden gelegd, de schaal werd gedraaid en het werd aan de andere kant van de muur door zusters liefderijk aanvaard. Dr. Nota wil liever niet het vergemakkelijken van het te vondeling leggen en van adoptie rechtstreeks in verband gebracht zien met het abortusvraagstuk, al is ook hij ervan overtuigd dat deze aspecten belangrijk kunnen zijn bij het probleem van ongewenste zwangerschap met name in een verder stadium van zwangerschap. Wat betreft de vondeling in Wassenaar zegt hij, dat nu er alle kans is dat het kind bij de familie Boreel blijft, de ambtenaar van de burgerlijke stand, die straks de naam voorlopig moet vaststellen, daar vast op vooruit kan lopen door de voornaam te geven die mevrouw Boreel wil: Stefanie. „Dat voorkomt bij de adoptie de procedure tot verandering van de voornaam. „Hij zou haar zelf ook al de achternaam - Boreel kunnen geven al zal hij misschien vinden daarmee op beslissingen van anderen vooruit te lopen". Het aantal te vondeling gelegde kinderen is in Nederland gering. Toch is de „Boreeling" in Wassenaar al het derde geval dit jaar. Begin maart werd er op de besneeuwde Meppelweg in Den Haag een in een plastic zak gehulde baby gevonden. Hij kreeg, naar de vindplaats, de naam Otto van Meppelen en werd bij andere pleegouders ondergebracht. In september werd in Katwijk een in blakende welstand verkerende baby gevonden in een harington. Het bleek er te zijn neergelegd door een achttienjarig ongehuwd Joegoslavisch meisje. Niet altijd loopt het zo goed af met een te vondeling gelegd kind. Verleden jaar kreeg de portier van een ziekenhuis in Alkmaar 's avonds een telefoontje buiten bij de groene deur te gaan kijken. De portier zag geen aanleiding er gevolg aan te geven. De tuinman vond de volgende dag een door kou en honger omgekomen babytje. De vader die het daar buiten medeweten van de (ongehuwde) moeder had neergelegd, is later achterhaald en gerechtelijk vervolgd.
Het Vrije Volk, 29 december 1971: "Wassenaars sprookje met een open einde Stephanie blijft bij haar vinder - STORM VAN JALOEZIE OVER KINDERBESCHERMING"
Van onze verslaggeefster RIA VAN HAASTER. DEN HAAG — Stephanie, de baby die drie weken geleden bij de familie Boreel in Wassenaar te vondeling werd gelegd, mag waarschijnlijk blijven. De kans daarop wordt met de dag groter, nu de politie nog geen enkel spoor heeft kunnen vinden van de vrouw (of man) die het meisje daar in de garage heeft gedeponeerd. In theorie kan de moeder het kind nog altijd komen opeisen, maar ook dat lijkt uiterst onwaarschijnlijk. De „zaak Stephanie" is voor Nederland uniek, omdat het nooit voorkomt dat de vinder van een kind het zomaar mag houden. „Maar in dit geval is er alles vóór om de baby te laten waar ze is", aldus mevrouw A. Storm, afdelingshoofd van de Raad voor de Kinderbescherming in Den Haag. „Ten eerste heeft de moeder dit kennelijk, bewust zo gewild, ten tweede kenden wij deze familie al van een vorige adoptie. Het is een plezierig gezin, dus waarom zouden wij dit tegenhouden? Dat het kind goedverzorgd door de moeder werd achtergelaten op een adres waar het welkom was, is later voor het meisje toch wel even andere dan dat het moet horen: jij bent in een plastic zak achter een vuilnisvat gevonden." De sprookjesachtige sfeer die om de hele geschiedenis hangt (mevrouw Boreel: „Dit is een geschenk uit de hemel") heeft niet alléén mooie en warme gevoelens losgemaakt in ons volk. De kinderbescherming kreeg ook 'n stroom verbitterde, soms ronduit boosaardige reacties in de trant van: „Zeker een rijke familie, he? Dat zal wel doorgestoken kaart geweest zijn!" Mevrouw Storm: „Belachelijk. Als je alleen al ziet hoe grondig de politie deze zaak, heeft onderzocht. Dat geld hier een rol heeft gespeeld, slaat natuurlijk ook nergens op. Wat niemand blijkbaar weet, is dat dit gezin al een vergunning had van het departement om een tweede kind te adopteren. Het was alleen nog een kwestie van tijd."
Ze kan zich de (meestal uit jaloezie geboren) boze reacties wel een beetje voorstellen. Ook al is er dan geen rechtvaardiging voor: „Een heleboel mensen zitten al erg lang op een kind te wachten, maar daar kunnen wij weer niets aan doen. Er komen per jaar in het hele land zo'n 1200 kinderen beschikbaar, terwijl het aantal aanvragen altijd enkele honderden meer is. De wachttijden zullen in de toekomst nog wel langer worden, omdat het aantal beschikbare baby's sterk daalt, vooral in ons land. We hebben de indruk, dat dit verband houdt met de daling van het aantal zgn. onwettige geboorten.
Het sprookje van de familie Boreel heeft trouwens nog een open slot. Er kan nog blijken dat het kind gestolen is, of tegen de wil van de moeder, te vondeling is gelegd (niet waarschijnlijk, maar de politie moet er rekening mee houden). En mocht de moeder nog op haar besluit terugkomen én het kind weer opeisen, dan wordt het ook een moeilijke zaak.
Mevrouw Storm: „Als dat binnen een half jaar zou gebeuren en het blijkt een vrouw te zijn die goed voor het kind kan zorgen, dan zal het wel terug moeten. Gebeurt er de komende zes maanden echter niets, dan zal de rechter waarschijnlijk de voogdij toekennen aan de familie Boreel. Komt de moeder daarna nog opdagen, dan zal ze moeten procederen."
Maar ook dan zijn alle problemen de wereld nog niet uit, want achter een eventuele adoptie van het kind zet mevrouw Storm voorlopig nog een groot vraagteken. „Daar zal de rechtbank over moeten beslissen. Volgens de wet kan een adoptieprocedure pas gestart worden als de moeder meerderjarig is. Nu dat niet bekend is, nu we nog niet eens weten of het een Nederlands of een buitenlands kind betreft, kan het nog een lastige zaak worden."
Stephanie is in ons land de derde vondeling dit jaar. In maart werd op de Meppelweg in Den Haag achter een transformatorhuis een pasgeboren jongetje gevonden, dat voorlopig (naar de vindplaats) de naam Otto van Meppel kreeg. In september trof een inwoner van Katwijk onder 'n harington een eveneens pasgeboren meisje aan, daar neergelegd door een 18-jarige Joegoslavische ongehuwde moeder. Beide kinderen zijn nu in een pleeggezin geplaatst. Het Joegoslavische meisje, dat in paniek het kind had verstopt, heeft volgens mevrouw Storm later weloverwogen afstand van de baby gedaan.
Het legaliseren van vondelingen werd kortgeleden weer actueel, toen het KVP-kamerlid Th. van Schaik er bij minister Van Agt op aandrong, de wet op dit punt "makkelijker" te maken. Hij ging zelfs zover om uit te roepen: "Liever te vondeling leggen dan abortus!", een stelling die toen een stroom van verontwaardigde brieven van HVV-lezers opleverde. Of het koppelen van het vondelingen en het abortusvraagstuk nu wel zo gelukkig is, wordt binnen de Raad voor de Kinderbescherming betwijfeld. Mevrouw. Storm: 'Wij hebben nog geen officieel standpunt ingenomen, omdat we eerst het antwoord van de minister willen afwachten. Daar moeten we ons bij aansluiten.
Eén van de argumenten die voor het legaliseren van het te vondeling leggen worden genoemd is, dat het aantal moorden op pasgeboren baby's dan misschien drastisch zou verminderen. Nu, daar kun je natuurlijk nooit tegen zijn. Stel dat het aantal vondelingen in ons land sterk zou stijgen, brengt dat problemen mee voor de kinderbescherming? Mevrouw Storm: 'Niet wat het onderbrengen betreft. We hebben adoptief gezinnen te over. Nee, we zouden beslist niet met die kinderen in onze maag zitten, we raken ze makkelijk kwijt.'
NRC Handelsblad, 4 februari 1972: "Ouders vondeling in Wassenaar nog niet gevonden"
Door een onzer redacteuren WASSENAAR, 4 febr. — De Wassenaarse politie is er nog steeds niet in geslaagd de moeder of ouders te vinden van de baby die op 11 december vorig jaar te vondeling werd gelegd in de garage van de familie Boreel aan de Eikenhorstlaan. Volgens hoofdinspecteur A. Rijken mag wel worden aangenomen dat het thans zes maanden oude meisje, dat Stephanie wordt genoemd, geen Nederlands kind is. Op een briefje tussen haar kleertjes stond, dat zij op 1 augustus geboren is. Zij blijkt echter niet te behoren tot de 280 meisjes die in de geboorteregisters van die dag zijn opgenomen. Ook informatie in de bij Interpol aangesloten landen leverde niets op. De politie legt op het ogenblik de laatste hand aan het procesverbaal over deze zaak. Aan de hand daarvan en in overleg met de Raad voor de kinderbescherming zal de officier van justitie in Den Haag mr. J. D. Lulofs beslissen of het kind voorgoed bij het echtpaar Boreel mag blijven. Dit echtpaar, dat het kind „Een geschenk uit de hemel" noemt, staat goed aangeschreven bij de Raad voor de kinderbescherming. — i. M. Smith M. Sc., benoemd tot gewoon hoogleraar in de fysische technologie te Delft, heeft zijn ambt aanvaard met de oratie Innovatie en maatschappelijke verantwoordelijkheid. — Dr. A. P. J. Hoogeveen, uit Delft, adviseur bij Akzo huishoudelijke produkten/directeur van Kortman & Schulte, is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau.
De Tijd, 4 februari 1972: "Herkomst Wassenaarse vondeling onopgelost"
WASSENAAR. 4 febr. — De speurtocht naar de herkomst van de 11 december In Wassenaar te vondeling gelegde baby heeft geen enkel resultaat gehad. Aangenomen mag worden dat het nu zes maanden oude meisje geen Nederlands kind is.
Blijkens een briefje tussen de kleertjes van het vondelingetje was het op 1 augustus geboren, maar het is niet een van de 280 meisjes die in de geboorteregisters van die dag zijn opgenomen. Ook informatie in de bij Interpol in Europa aangesloten landen leverde niets op. De Wassenaarse politie legt de komende week de laatste hand aan het proces-verbaal over de zaak. De Haagse officier van justitie mr. J. D. Lulofs beslist aan de hand daarvan en in overleg met de raad voor de kinderbescherming of het kind voorgoed bij de familie Boreel, waar het te vondeling was gelegd, mag blijven. Ook over de naam moet hij beslissen. Het echtpaar Boreel dat het kind een „geschenk uit de hemel" vindt, noemt het Stephanie.
De Telegraaf, 19 juli 1986
AMSTERDAM, zaterdag. Het was een geschenk voor het leven. „Ik weet dat U al een kind hebt geadopteerd en ik ben ervan overtuigd dat mijn dochter bij U gelukkig zal worden. Zij werd 1 augustus geboren en heeft haar eerste prikje gehad..."
Nooit heeft Liesbeth van Reijendam, inmiddels 51 jaar, kunnen achterhalen welke blijkbaar goed van haar situatie en wensen op de hoogte zijnde vader of moeder, haar op die kille 15de december in 1972, nu alweer zo'n 14 jaar geleden, dit briefje met bijbehorend kind stuurde. Maar ineens was Vicky in haar leven. Gewikkeld in een dekentje lag het ruim vier maanden oude meisje daar, op de garagetrap naar het woonhuis van het gezin Van Reijendam in Zeist. Als het kind met huilen niet de aandacht had getrokken, was iemand van het gezin zeker over haar gestruikeld.
Vicky. Met — tussen haar kleertjes weggestopt — de hoogst noodzakelijke instructies voor haar toekomst. 'Speciaal' bestemd voor Liesbeth en haar man Gérard, makelaar te Zeist, die de bruinogige baby vond. „Na de adoptie van ons eerste kind, een jongetje, wilden wij er graag een tweede bij. Liefst een meisje. En plotseling was het daar... weliswaar op een wat ongebruikelijke wijze. Maar voor ons kwam het als een geschenk uit de hemel."
„Het was zo spannend, zo bijzonder ook, ineens zo'n kindje erbij, waarvoor ik al heel snel veel liefde voelde. Haar zo speciale entree in ons leven heeft me zielsgelukkig gemaakt. Ik geloof niet dat alles is voorbeschikt... maar, dit heeft zo moeten zijn."
[...]
Gelukkiger in dit opzicht waren Liesbeth en Gérard. van Reijendam uit Zeist, die het door hen gevonden meisje officieel mochten adopteren. Hun Vicky is inmiddels bijna 15 jaar en een ijverige leerling in het middelbaar onderwijs. „Ik wist gewoon: Vicky is voor mij bestemd!" zegt Liesbeth. „Dat bleek ook wel uit dat in goed Engels; gestelde, foutloos getypte briefje. Ik ben ook nooit bang geweest dat we haar weer zouden kwijtraken. Vanaf het moment dat mijn man haar vond, is ze nooit meer bij ons weggegaan.
Op verzoek van de in deze reportage vermelde personen zijn namen en woonplaatsen gewijzigd.