2 september 1948, vondeling jongetje, Den Haag
Het Vrije Volk, 7 september 1948: "Vondeling in bioscoop"
Toen in een Haags theater Donderdagmiddag de film was afgelopen vond men daar een tweejarig jongetje, dat zijn naam en zijn adres niet kon zeggen. Zaterdagmiddag slaagde men er in de moeder van het kind op te sporen in Rotterdam. De vrouw werd gearresteerd en heeft bekend, dat zij zich van het kind heeft trachten te ontdoen door het alleen in de bioscoop achter te laten. Zij is de 27-jarige werkster A. de H.-B. De verblijfplaats van de vader is nog onbekend.
Het Vrije Volk, 28 oktober 1948: "Rotterdamse vrouw legde kind te vondeling in Den Haag"
De officier van Justitie van de Haagse rechtbank eiste hedenmorgen een jaar en drie maanden gevangenisstraf tegen de 26-jarige Age de Bont uit Rotterdam, die op 2 September van dit Jaar haar tweejarig zoontje in de buitenhal van het Apollo-theater te vondeling had gelegd.
Het vrouwtje maakte een armoedige indruk. De moeilijkheden des levens zijn haar niet gespaard gebleven. Op zeventienjarige leeftijd leerde zij haar man kennen, met wie zij geruime tijd een verhouding had. Toen de baby moest komen, is zij met hem gehuwd, doch haar keus kan niet bepaald gelukkig worden genoemd. Na de oorlog is hij geïnterneerd geweest. Nauwelijks uit de detentie ontslagen kwam hij voor een ander misdrijf weer in de gevangenis. Voordien had hij alle meubels verkocht. Zonder middelen van bestaan moest zij haar intrek nemen bij haar moeder, die haar na enige tijd te kennen gaf, dat zij naar een ander adres moest omzien. Het kind was een blok aan haar been, zodat zij op de fatale tweede September geen betere oplossing wist dan het kind mee naar Den Haag te nemen en in de hal van het Apollo-theater achter te laten. Op 9 September is zij te Rotterdam gearresteerd en naar Den Haag overgebracht. Sindsdien verblijft zij in het huis van bewaring.
De officier van Justitie noemde het feit zeer ernstig, doch had anderzijds begrip voor de moeilijkheden van deze vrouw. Spreker deelde de rechtbank mede, dat het kind thans is toevertrouwd aan de zorgen van de Voogdijraad en zij het nimmer meer zou terugkrijgen. Typerend voor haar was dat noch deze mededeling, noch de tamelijk zware eis veel indruk op haar maakten, hoewel zij te voren haar spijt betuigd had over het gebeurde. Haar man, die inmiddels weer op vrije voeten is, had de rechtbank laten weten, dat hij zijn vrouw weer graag tot zich wilde nemen. De vrouw ging slechts weifelend op dit voorstel in. De verdediger was van oordeel, dat zijn cliënte uit een soort noodtoestand heeft gehandeld, zodat er van opzet niet gesproken kan worden. Hij vroeg de rechtbank haar een voorwaardelijke straf op te leggen met ondertoezichtstelling. Uitspraak over veertien dagen.