30 oktober 2006, babylijkje Renée van Utrecht, Utrecht
Inleiding
Medewerkers van een afvalverwerkingsbedrijf vinden tussen het afval het lijkje van een voldragen baby. Het NFI kan niet achterhalen of het kind nog in leven was toen het werd neergelegd. Het meisje wordt donderdag 9 november 2006 begraven op begraafplaats Daelwijck in Utrecht.
AD, 15 september 2015: "Nieuwe informatie over babylijkje in afval uit 2006"
Een babylijkje dat in 2006 werd gevonden tussen het grofvuil bij afvalverwerker AVR in Utrecht, stelt de politie negen jaar later nog steeds voor raadsels. Maar nu is er nieuwe informatie over de moeder.
Medewerkers van de Utrechtse vuilverwerker AVR kregen op 30 oktober 2006 de schrik van hun leven. Terwijl ze het herbruikbare materiaal scheidden van de echte rotzooi, troffen ze op de sorteerbank opeens een babylijkje aan. Het meisje was pasgeboren: de navelstreng zat er nog aan. Waar ze vandaan kwam, wie haar moeder was en hoe ze is gestorven, is nooit duidelijk geworden. Nu is er door nieuw onderzoek door het coldcaseteam van de politie meer bekend geworden over de moeder van het meisje.
Grensgebied
"We hebben zogeheten 'isotopenonderzoek' gedaan. Daarmee kun je achterhalen waar de moeder tijdens de zwangerschap verbleven heeft. In dit geval was dat in Nederland, in het grensgebied met Duitsland, in het stroomgebied van de Rijn," vertelt politiewoordvoerder Bernhard Jens, die vanavond de zaak toelicht in de uitzending van Opsporing Verzocht. In 2006 was het nog onmogelijk te achterhalen waar het meisje vandaan kwam. Het vuil bij AVR kwam niet alleen uit Utrecht, maar ook uit Den Haag en Gelderland. Men kon niet achterhalen met welke vrachtwagen het meisje was aangevoerd. Het Nederlands Forensisch Instituut heeft destijds sectie verricht op het lichaampje om de doodsoorzaak te onderzoeken, maar is daar nooit in geslaagd. Ook de identiteit van het meisje werd nooit vastgesteld.
Hulp
De politie heeft toen ook al het publiek en medici om hulp gevraagd. Bezoeken aan vrouwen die recent waren bevallen of een miskraam hadden gehad, leidden echter tot niets. Omdat het volgend jaar tien jaar geleden is dat het meisje is begraven, wordt haar grafje op begraafplaats Daelwijck dan geruimd. Daarom wil de politie alsnog een poging doen de moeder te vinden, via een getuigenoproep bij Opsporing Verzocht. Jens: ,,Haar grafje wordt nog steeds bijgehouden. We vragen ons ook af wie dat doet. We doen deze moeite ook om de verzorger van het grafje te zeggen dat het grafje binnenkort geruimd wordt."
Opsporing Verzocht wordt vanavond uitgezonden op NPO1 om 20.30 uur.
Opsporing Verzocht, 15 september 2015: "Utrecht - Aangetroffen babylichaampje bij vuilverwerkingsbedrijf aan de Uraniumweg | Ondanks veel onderzoek is de moeder van de baby nog niet gevonden."
Op maandagochtend 30 oktober 2006 doen medewerkers aan de sorteerband bij een groot vuilverwerkingsbedrijf aan de Uraniumweg in Utrecht een lugubere ontdekking: tussen al het andere vuil ligt het dode lichaampje van een nog maar pas geboren baby. Het meisje wordt Renée van Utrecht genoemd en de politie wil nog altijd graag te weten komen hoe zij is overleden en in contact komen met haar moeder.
Baby
Het Nederlands Forensisch Instituut voert sectie uit op het babymeisje. Ze is blank of lichtgetint en 50 cm groot, wat past bij een voldragen zwangerschap van 38-40 weken. Een doodsoorzaak wordt niet vastgesteld. Wel is het waarschijnlijk dat het kindje een aantal uur tot hooguit 3 dagen tussen het vuilnis heeft gelegen voordat het werd gevonden.
Graf
Haar grafje op de Utrechtse begraafplaats Daelwijck ziet er nog altijd heel verzorgd uit. Iemand of misschien wel meerdere mensen bekommeren zich daar zeer om. Er is van alles bij haar grafje gezet en het wordt goed onderhouden. De politie wil heel graag weten wie dat doet. Al was het maar om te laten weten dat het graf(je) op de nominatie staat om over niet al te lange tijd te worden geruimd.
Zwanger
Misschien heeft de moeder er geestelijk al die jaren last van gehad en wil ze er nu wel over praten. De zwangerschap is waarschijnlijk zichtbaar geweest, dus misschien dat mensen toen al vermoedens hadden dat een bepaalde vrouw, of meisje, wel eens de moeder kon zijn van de gevonden baby en hebben ze dat op dat moment niet aan de politie gemeld. Hopelijk doen ze dat nu wel.
Moeder
De moeder zal net als haar dochter blank of anders lichtgetint zijn. In 2006 is zij dus zwanger geweest. Ze zal uitgerekend zijn geweest in of rond oktober, maar haar omgeving heeft waarschijnlijk nooit een baby bij haar gezien.
Woonplaats
Door isotopenonderzoek is duidelijk geworden dat de moeder tijdens haar zwangerschap in 2006 waarschijnlijk in Centraal-West Europa heeft gewoond, zoals Nederland en gebieden in west-centraal-zuid Duitsland en dan in het bijzonder gebieden rond de Rijn (van zuid Duitsland tot Nederland), het gebied rond Hannover en de rivier de Leine, het zuiden van Nederland en gebieden in het Oosten van Nederland en het Westen van Duitsland.
Verhuizing
Uit het isotopenonderzoek is ook gebleken dat de moeder vermoedelijk in de laatste 3 à 4 maanden van haar zwangerschap is verhuisd, ergens grofweg vanaf juli 2006 dus. En het is ook een behoorlijke verplaatsing geweest van zeker 50 tot 100 km of misschien nog wel iets verder.
Foto 1 | foto 2 | foto 3 | foto 4
Nu.nl, 15 september 2015: "Nieuw spoor Utrechts babylijkje uit 2006"
Het coldcaseteam van de politie vermoedt dat de moeder van een in 2006 in Utrecht gevonden babylijkje afkomstig is uit Centraal- of West-Europa. In Opsporing Verzocht werden dinsdagavond nieuwe feiten bekendgemaakt over de moeder van de baby, die de naam Renee van Utrecht heeft gekregen. Het lichaampje werd in oktober 2006 dood gevonden tussen vuilnis bij een afvalverwerker in Utrecht.
Uit nieuw isotopenonderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut blijkt dat de moeder tijdens de zwangerschap in 2006 waarschijnlijk in zuidelijk Nederland, het noorden van België of mogelijk in het westen van Duitsland heeft gewoond. Dat kan in het stroomgebied rond de rivieren Rijn en Leine (bij Hannover) zijn geweest. De vrouw is in de laatste drie tot vier maanden van de zwangerschap zo'n honderd kilometer verhuisd. Dat moet grofweg vanaf juli 2006 zijn gebeurd, blijkt uit het forensisch onderzoek.
Nagels
De politie kon de herkomst van moeder en dochter achterhalen door onder meer onderzoek van haar, nagels en het water dat de baby via de moeder in haar lichaam heeft opgenomen. Uit die gegevens kon ook de verhuizing worden geanalyseerd. Het onderzoek richt zich ook op hulpverleners, die mogelijk iets van een zwangerschap hebben gemerkt. Het meisje werd destijds begraven op begraafplaats Daelwijck in Utrecht. Het graf ziet er verzorgd uit. De politie probeert in contact te komen met mensen die het graf onderhouden.
Nu.nl, 19 september 2015: "Graf Utrechts babylijkje niet ontruimd"
Het graf van Renée van Utrecht zal volgend jaar niet worden geruimd. In het graf ligt de baby die in 2006 werd gevonden bij een vuilverwerker in Utrecht. Dat zegt de gemeente Utrecht in het AD van zaterdag.
In Opsporing Verzocht werden dinsdagavond nieuwe feiten bekendgemaakt over de moeder van de baby, die de naam Renee van Utrecht heeft gekregen. Een cold-caseteam probeert de identiteit van de ouders te achterhalen. Normaal gesproken wordt een graf na tien jaar geruimd als, tenzij nabestaanden betalen voor het onderhoud. Nu het team vorderingen heeft gemaakt in de zoektocht, laat de gemeente het graf ongemoeid. Onbekenden hebben het graf al die tijd onderhouden.
ad.nl, 19 januari 2020: "Dertien jaar na vondst van babylijkje tussen het afval: ‘Niemand mag anoniem blijven’"
Marco Gerling | De vondst van een babylijkje tussen het afval in Utrecht, is na ruim dertien jaar nog altijd niet opgehelderd. ,"Verschrikkelijk", noemt politieman Rob Boon het, dat het meisje anoniem begraven ligt in de stad. Mede daarom onderneemt de politie een ultieme en laatste poging, om eindelijk meer te weten te komen over ‘Renée van Utrecht’.
Het is maandag 30 oktober 2006, tegen het einde van de ochtend. Kwaliteitscontroleurs van afvalverwerkingsbedrijf AVR op industrieterrein Lage Weide schrikken hevig, als zij tijdens hun alledaagse werk opeens lichaamsdelen ontwaren op de transportband. Bij het allerlaatste scheidings- en controlemoment ligt plotseling tussen al het afval een zwaar gehavend babylijkje. Vermoedelijk is het lichaam van het meisje zo beschadigd geraakt tijdens het afvaltransport. Het pasgeboren kindje met de navelstreng nog aan haar buik, blijkt niet meer in leven.
Stilgelegd
Direct wordt al het werk stilgelegd en de politie ingeschakeld. Agenten doen die maandag uitgebreid onderzoek aan de Uraniumweg, terwijl medewerkers van Slachtofferhulp in gesprek gaan met de medewerkers van het afvalbedrijf die het meisje vonden. Nooit eerder werd een menselijk lichaam aangetroffen tussen het afval bij de Utrechtse verwerker, waar het meisje tussen het grofvuil lag dat gescheiden wordt voor hergebruik. "Achter de vondst gaat mogelijk een heel triest verhaal schuil", zegt Rob Boon, leider van het coldcaseteam van de politie Midden-Nederland. "Iemand met psychische problemen misschien." Hij spreekt de vurige hoop uit dat ruim dertien jaar na dato moeder, vader of misschien wel iemand die betrokken was bij de bevalling in oktober 2006 zich meldt. De zaak staat daarom ook op de coldcasekalender van 2020. "We zijn jaren verder, waarbij mensen mogelijk hebben lopen malen in hun hoofd. Het gaat ons niet om het vervolgen van iemand. We willen in gesprek komen, of iets betekenen in de hulpverlening, waar nodig."
Opa
Boon is zelf opa van twee ‘kleine hummeltjes’ zoals baby Renée. Mede daarom raakt de trieste zaak hem extra. "Dit speelt daardoor meer in op mijn gevoel. We zitten met deze zaak op dood spoor, hopen echt dat iemand meer weet en zich meldt. Ja, dit is een ultieme laatste poging, daar ben ik eerlijk in. We willen het gevoel hebben dat we er álles aan gedaan hebben om meer te achterhalen. We vinden dat we alle onbekende doden moeten identificeren. Niemand mag anoniem blijven in dit land. We willen het gevoel hebben dat we er álles aan gedaan hebben om meer te achterhalen."
Rob Boon
Wat Boon weet is dat bij de Utrechtse afvalverwerker afval vanuit een groot deel van Nederland samenkwam op de plek van de vondst. Niet meer te achterhalen was met welke auto de baby meekwam. Wel is uit onderzoek vast komen te staan dat het kind ter wereld kwam in het stroomgebied van de Rijn, in Centraal- en West-Europa. Maar ook dat is nog altijd veel te ruim om nabestaanden te kunnen achterhalen, die mogelijk in België of Duitsland wonen. De hoop is daarom volledig gevestigd op iemand die alsnog gaat praten, na jarenlang zwijgen.
Voldragen
Of het meisje dood ter wereld is gekomen of mogelijk is gesmoord vlak na haar geboorte is niet te zeggen. Duidelijk is wel dat haar longen niet geopend waren en haar navelstreng nog aan haar buik zat bij de vondst. Ze was blank of lichtgetint en 50 centimeter groot, wat past bij een voldragen zwangerschap van 38 tot 40 weken. Een doodsoorzaak is niet vastgesteld. Wel is het waarschijnlijk dat het kindje een aantal uur tot hooguit drie dagen tussen het vuilnis heeft gelegen, voordat het werd gevonden. Ook is uit onderzoek gebleken dat de moeder vermoedelijk in de laatste maanden van haar zwangerschap is verhuisd, na juli 2006 en zeker 50 tot 100 kilometer of verder. "Verschrikkelijk, je kunt je dit gewoon niet voorstellen bij een baby. Vandaar ook dit emotionele appel dat we doen, onze allerlaatste poging. We willen dit meisje zó graag een naam geven. Dát is ons hoofddoel." Volgens Boon is de zaak rond de dode baby op een cruciaal punt aanbeland. "Wij staan iedere dag voor keuzes welke zaak we aandacht geven. Dat is een duivels dilemma, want iedere zaak verdient aandacht. Maar bij deze baby die ‘Renée van Utrecht’ is gaan heten, is het echt nu of nooit." Want tot dusver is de zaak rond de vondst altijd een raadsel gebleven, ondanks alle media-aandacht.
Anonieme begrafenis
Ruim een week na het aantreffen van haar lichaam, vindt op donderdag 9 november 2006 de anonieme begrafenis van het meisje plaats. Het is even na 11.00 uur op begraafplaats Daelwijck, als het kistje met de baby de grond in zakt. Dat gebeurt in het bijzijn van ongeveer twintig belangstellenden, onder wie politiemensen, in opdracht van de gemeente Utrecht. Namens de gemeente draagt dichter Ruben van Gogh een gedicht voor. Een bezoekster zingt een lied. Rond het graf liggen bloemen en knuffels, van onbekenden die meeleven. Nog altijd ligt baby Renée hier anoniem in haar grafje, wachtend op dat ene verlossende woord, op duidelijkheid over haar afkomst.