23 september 1971, vondeling jongetje, Katwijk
Het Vrije Volk, 24 september 1971: "Kind ligt tussen Katwijkse haring - Ton-baby is kerngezond"
(Van een onzer verslaggevers) KATWIJK — „Dit verhaal kan bijna niet kloppen. Het kind had volledig uitgedroogd moeten zijn, maar het had zelfs een normale temperatuur toen het werd gevonden." Dat zeggen artsen van het Academisch Ziekenhuis in Leiden over de vier dagen oude baby, die gistermorgen gevonden werd onder 'n lege harington op de Haringdam te Katwijk.
Vrij snel na de vondst bekende de 18-jarige Joegoslavische gastarbeidster Djulca T. die in Katwijk als haringpakster werkte, dat zij het kind daar in de vroege maandagmorgen had neergelegd en er daarna niet meer naar had omgekeken. Het meisje, dat zes maanden geleden met honderd landgenoten naar Katwijk kwam, had haar zwangerschap steeds verborgen weten te houden tegenover haar vriendinnen. Tegen de politie zei ze, dat het kind maandagmorgen om 3 uur geboren werd. Ze wikkelde het kind, zonder zelfs de placenta te verwijderen, in een oude, jas en nam het mee, toen ze om 7 uur normaal naar haar werk ging. Het pakje verstopte zij onder een harington. Daarna zou ze er niet meer naar hebben omgezien. Gistermorgen ontdekte de 61-jarige haringpakker J. van der Plas het kind in de ton, die hij op een vrachtwagen moest laden. Het kind lag met blinkende ogen naar buiten te kijken, toen het werd gevonden. Van der Plas zette de ton weer snel terug over het verschrikkelijk vervuilde kind om te voorkomen, dat het zou kouvatten. Onmiddellijk waarschuwde hij de politie en de dokter.
In het Academisch Ziekenhuis te Leiden ontdekte men, dat het kind kerngezond was en in feite onmiddellijk weer naar huis zou kunnen. De moeder echter wil niets met de baby te maken hebben. Daarom is het voorlopig onder toezicht van de voogdijvereniging gesteld. De moeder, die na de bevalling normaal heeft gewerkt (alleen maandagmiddag is ze naar haar kamer gegaan omdat ze zich ziek voelde), is in het ziekenhuis onderzocht. Ze bleek geen enkel nadelig gevolg van de bevalling en het onmiddellijk daarna gaan werken te hebben. Prompt is ze dan ook in het Katwijkse politiebureau opgesloten. Het gaat hier — aldus de politie duidelijk niet om "te vondeling leggen", omdat de moeder dan wil dat het kind snel gevonden wordt. Omdat deskundige artsen het verhaal, dat de moeder heeft verteld sterk in twijfel trekken en omdat de moeder meteen gevonden kon worden, omdat ze het kind in een jas had gewikkeld, die ze zelf de laatste tijd had gedragen, acht men het toch niet uitgesloten, dat ze wel heeft gewild, dat het kind gevonden werd.
Tegenover de politie heeft ze verklaard het kind verstopt te hebben uit angst haar baan te verliezen. Als ze in Joegoslavië had geweten, dat ze al zwanger, was bij haar vertrek naar Nederland, had ze zich zeker laten aborteren, omdat dat in haar vaderland legaal mogelijk is.
Leeuwarder Courant, 24 september 1971: "Meisje legt baby onder harington te vondeling"
KATWIJK — Personeelsleden van een haringverwerkingsbedrijf in Katwijk hebben gisteren onder een lege harington een pasgeboren baby gevonden. Het kind — een jongetje — leefde nog en bleek daar sinds maandagmorgen vroeg te hebben gelegen zonder eten of drinken. De moeder, de achttienjarige Zuidslavische Djulca T. had het jongetje direct na de geboorte op die plaats verstopt. Zij is inmiddels gearresteerd. Het kind is in het Academisch Ziekenhuis in Lelden opgenomen en maakt het goed.
Djulca T. is een van de tien Zuidslavische meisjes, die in het Katwijkse bedrijf werkzaam zijn. Ze was al zwanger, toen ze in april van dit jaar naar Nederland kwam. In Joego-Slavië woonde ze in bij een getrouwde broer, sinds ze haar ouders bij een verkeersongeluk had verloren. Het meisje heeft haar zwangerschap, ook voor haar vriendinnen, al die tijd geheim gehouden, omdat ze bang was bij ontdekking haar baantje kwijt te zullen raken en over de grens te zullen worden gezet.
Zonder dat er iemand bij was, is ze in de nacht van zondag op maandag bevallen. Dat gebeurde in de keuken van het huis op het fabrieksterrein, waar de tien Joegoslavische meisjes zijn ondergebracht. Direct na de bevalling wikkelde ze de baby in haar jas en verstopte hem buiten onder de harington. Maandagmorgen ging ze gewoon weer aan het werk. Gisteren werd het jongetje ontdekt. De mantel waarin de baby was gewikkeld werd meteen herkend.
De Telegraaf, 24 september 1971: " Vondeling overleeft drie dagen harington"
Van een onzer verslaggeefsters. KATWIJK, vrijdag. Slechts gewikkeld in een jas heeft een pasgeboren vondelingetje de honger en ontbering van een driedaags verblijf in een Katwijker harington overleeft. Het jongetje, dat gistermorgen bij toeval werd ontdekt door haringpakker J. van der Plas, is het kind van een 18-jarige Joegoslavische gastarbeidster van het haringverwerkingsbedrijf. De baby die nu in het Leids Academisch Ziekenhuis ligt, maakt het goed. Haringpakker Plas: „Wij hadden een partij vaten op een vrachtwagen geladen. Er bleek er één te veel te zijn. Toen wij die toch ook maar wilden meenemen en ik het lege vat kantelde, zag ik eerst die jas en even later het kindje. De tranen schoten mij in de ogen. Ik heb de jas en het vat weer over het jongetje gezet om te voorkomen dat het kou zou vatten. Mijn maat en ik hebben daarna onmiddellijk de dokter en de politie gebeld". De 18-jarige Joegoslavische moeder, die zes maanden geleden naar Nederland kwam, was toen al in verwachting. Geen van de negen andere meisjes die met haar in kamertjes boven het bedrijf wonen, hebben iets van haar toestand bespeurd.
De Telegraaf, 8 december 1979: "Hulpverleners timmeren niet genoeg aan de weg"
[...] Op 23 september van datzelfde jaar werd een pasgeboren jongetje gevonden dat een driedaags verblijf in een Katwijkse harington wonder boven wonder overleefde. Het kind werd bij toeval ontdekt. De moeder werd al snel gevonden. Het bleek een 18-jarige Joegoslavische te zijn die, bang voor uitwijzing, haar kind helemaal alleen ter wereld bracht. Niemand uit haar omgeving had iets gemerkt.