28 november 1983, vondeling Johan Edgar/Ronald ten Hoope, Weesp
De Telegraaf, 29 november 1983: "Baby gevonden bij benzinestation"
Van een onzer verslaggevers. WEESP, dinsdag. De rijkspolitie van het district Amsterdam stelt een onderzoek in naar de af- en herkomst van een ongeveer tien dagen oude baby, die te vondeling is gelegd bij een garagebedrijf in Weesp. Na de vondst werd het jongetje opgenomen in het Diaconessenhuis in Naarden.
„Ik schrok mij wezenloos. Je verwacht heel iets anders in zo'n tas," aldus de 35-jarige J.L.M. Klijn. Toen hij gisterochtend om kwart over zes aankwam bij garage Kost aan de Gooilandseweg in Weesp, waar hij pompbediende is, werd hij geconfronteerd met de vondeling. De baby lag in dekens gewikkeld in een sporttas. De tas stond tussen twee muurtjes bij de voordeur en moet er volgens Klijn 's nachts zijn neergezet. "Ik vond het al gek dat daar een tas stond. Natuurlijk dacht ik er sportattributen in te zullen vinden. Even vermoedde ik nog dat de tas door inbrekers was achtergelaten. Het bleek een kind te zijn. Het is een leuke baby en ik wilde hem mee naar huis nemen, maar dat mocht niet."
Klijn waarschuwde na zijn vondst ogenblikkelijk de politie. Een ontboden arts vond het noodzakelijk dat de vondeling direct werd opgenomen in het Diaconessenhuls in Naarden, waar de zusters zich liefderijk over het jongetje ontfermden. Artsen constateerden dat zijn gezondheid niets te wensen overlaat. De heer Klijn en zijn vrouw hebben gisteren uitvoerig samen overleg gepleegd en een verzoek om adoptie ingediend. „Ik heb wel een zoon uit een vorig huwelijk, maar mijn huidige vrouw en ik willen dolgraag een baby," aldus Klijn.
Er werden gisteren al heel wat namen genoemd voor het jochie, maar verwacht wordt dat vandaag of morgen officieel aangifte zal worden gedaan bij de burgerlijke stand in Weesp en dat dan ook de definitieve naam gekozen wordt. De baby werd gevonden in een veel voorkomende sporttas. „Wij roepen eventuele getuigen op die een auto hebben zien stoppen bij het benzinestation. Mogelijk zijn er ook mensen die de tas herkennen," aldus de politie in Weesp. Men kan in dat geval bellen onder nummer 02940- 14444.
[fotobijschrift] Pompbediende Klijn en zijn echtgenote mochten gistermiddag in het Diaconessenhuis in Naarden het vondelingetje nog even koesteren. Zij willen de baby nu graag adopteren. Foto: Theo Terwiel
De Waarheid, 29 november 1983: "Vondeling in Weesp"
Johan Edgar werd maandagmorgen vroeg nabij een tankstation aan de provinciale weg te Weesp als vondelingetje aangetroffen. Hij werd voorlopig naar zijn vinder Johan Edgar (hier op de foto) en zijn collegapompbediende Edgar Smith genoemd. Momenteel is de baby in het Diaconessenziekenhuis in Naarden.
De Telegraaf, 30 november 1983: "Speurtocht naar moeder vondeling levert nog niets op"
Van een onzer verslaggevers. WEESP, woensdag. De baby die maandagochtend bij garagebedrijf Kost in Weesp door pompbediende J. Klijn werd gevonden, bleek gisteren in plaats van tien dagen, zoals eerder bekend werd gemaakt, pas zes dagen oud te zijn, zo heeft onderzoek uitgewezen. Uitgebreide speuracties van de recherche van de rijkspolitie in Weesp hebben gisteren nog niets opgeleverd. „Eén ding staat voor ons wel vast: een moeder die haar kind op die manier afstaat, moet zwaar in de problemen zitten en heeft dringend hulp nodig. We zouden haar dan ook adviseren om spoedig contact met ons op te nemen", aldus politiewoordvoerder P. Gorissen.
Aanknopingspunten waarover de politie beschikt, zijn de blauwe sporttas, een paardedeken, met aan de korte zijde gele strepen en in een van de hoeken de letters M. P. geborduurd. De vondeling was voorts gewikkeld in een pastelkleurig gestreept flannellen sloop. Voorlopig blijft de baby in het Diaconessenziekenhuis in Naarden. De burgemeester van Weesp, H.J. Over de Linden, zal een naam voor de baby verzinnen. Gisteren werd via de Raad van de Kinderbescherming al een naam genoemd: Ronald ten Hope, maar deze naam die in de Achterhoek veelvuldig voorkomt, is door de burgemeester afgekeurd. Overigens werd de Raad van Kinderbescherming gisteren bedolven onder honderden telefoontjes van mensen die, evenals het echtpaar Klijn, het kind willen adopteren. Degenen die inlichtingen kunnen verschaffen over de baby, dan wel over de moeder, worden verzocht de politie in Weesp (02940-14444) te bellen.
Leeuwarder courant, 1 december 1983: "Moeder van vondeling achterhaald"
WEESP - De politie heeft de moeder van de baby die maandag werd gevonden bij een benzinestation aan de Gooilandseweg in Weesp achterhaald. De vrouw had de baby, een jongetje dat afgelopen zaterdag is geboren, te vondeling gelegd. Over moeder en kind worden geen verdere bijzonderheden verstrekt, aldus de rijkspolitie te Weesp. De moeder heeft bij het bevolkingsregister in haar woonplaats inmiddels aangifte gedaan van de geboorte van het kind.
Limburgs Dagblad, 2 december 1983: "Vondeling"
De politie heeft de moeder van de baby die maandag bij een tankstation te Weesp werd gevonden, achterhaald. De vrouw had de baby, die een paar dagen tevoren was geboren, te vondeling gelegd. Om die reden worden over moeder en kind geen verdere bijzonderheden verstrekt. De moeder heeft bij het bevolkingsregister in haar woonplaats inmiddels aangifte gedaan van de geboorte van het kind.
De Telegraaf, 2 december 1983: "Moeder van te vondeling gelegde baby opgespoord"
Van een onzer verslaggevers. WEESP, donderdag. De rijkspolitie heeft, na twee dagen onderzoek, de moeder opgespoord van de baby, die maandagochtend bij een benzinestation aan de Gooilandseweg in Weesp werd gevonden door pompbediende Klijn. De moeder is een 38-jarige vrouw, waarover de politie in het belang van moeder en kind geen verdere mededelingen wilde doen. De moeder heeft zelf het kind vanochtend bij de burgerlijke stand laten inschrijven. De baby was afgelopen zaterdag geboren. Het jongetje ligt nog in het ziekenhuis, maar maakt het uitstekend.
Nederlands Dagblad, 2 december 1983: "Vondeling"
WEESP (ANP) - De politie heeft de moeder van de baby die maandag werd gevonden bij een benzinestation aan de Gooilandseweg in Weesp achterhaald. De vrouw had de baby, een jongetje dat afgelopen zaterdag is geboren, te vondeling gelegd. Om die reden wordt over moeder en kind geen verdere bijzonderheden verstrekt, aldus de rijkspolitie te Weesp.
De Telegraaf, 19 juli 1986
Twee mensen met name weten uit eigen ervaring maar al te goed wat het is afstand te moeten doen van een kind, dat via een wat ongebruikelijke weg in hun leven kwam. Erik en Saskia van Someren. Erik, pompbediende in de Vechtstreek, denkt terug aan die zo bijzondere maandagmorgen van 28 november 1983. En aan die ene week dat hij en zijn vrouw zich heuse ouders voelden. „Het was even na kwart over zes in de ochtend, toen ik tot mijn niet geringe verwondering in een sporttas bij ons benzinestation een kind aantrof. Ik had nog even aan sportattributen of inbrekerswerktuig gedacht. Maar nee, in de tas zat een echte baby, een leuk kind. Ik heb meteen mijn vrouw gebeld, die nog lag te slapen, maar meteen recht overeind in bed zat. „Hoera, nu hebben we een kind", was het eerste wat ze uitriep."
Erik (38) en Saskia (40) leven nu nog slechts met een herinnering aan „Johan Edgar", zoals ze het jongetje hadden willen noemen. Een herinnering, weggeborgen in een dik baby-album met vrolijke kleurenfoto's en aangrijpende kranteverhalen, welke in die dagen in groten getale verschenen. Op 28 november zullen ze opnieuw „de verjaardag van 'hun' Johan Edgar vieren". Het kindje, dat ze zo graag hadden willen adopteren en verzorgen. Hun verzoek werd afgewezen. Het zou hun enige kind geweest zijn.
Saskia en Erik van Someren konden samen geen kinderen krijgen. Dit kind hadden ze willen adopteren. „Maar ook alleen dit kind. Geen ander. Nadat ik 'Johan Edgar' bij de politie had gemeld, kwam de molen in werking... Het kind werd door een arts onderzocht, die het naar een ziekenhuis in het Gooi liet overbrengen. Daar hebben we het een week lang, met het gevoel de vader en moeder van Johan Edgar te zijn, verzorgd. De fles gegeven. In badje gedaan. Verschoond. Ik heb mijn vrouw nog nooit zo gelukkig gezien. Totdat de echte moeder kwam opdraven... ze meldde zich bij de politie met de mededeling dat ze officieel afstand kwam doen van haar kind. Wij hebben er alles aan gedaan om met haar in contact te komen. Via kranten, de televisie. Tevergeefs. Men schermde haar voor ons af. En adoptie? We zijn tot de hoogste instanties gegaan. Maar men wees ons af — zonder duidelijke reden."
[...]
Pompbediende Eric van Someren en zijn vrouw denken dagelijks aan Johan Edgar — het vondelingetje, dat ze nog steeds als hun zoontje beschouwen. Ook al duurde hun 'ouderschap' slechts een week. „We komen er niet los van. En ik vrees dat dit nooit zal gebeuren. Die ene week is zo intensief geweest, heeft zoveel sporen nagelaten. Johan Edgar zal altijd ons enige kind zijn. „Ronald ten Hoope", de naam die de burgemeester van onze woonplaats aan het jongetje gaf, was, nadat het een tijdje in een tehuis had gezeten, uiteindelijk voor een ander adoptiefpaar. Nu, na drie jaar, heeft vooral Saskia het daar nog steeds moeilijk mee..."
Op verzoek van de in deze reportage vermelde personen zijn namen en woonplaatsen gewijzigd.